Al in een groen, groen, groen, groen knollen-knollen-land,
daar zaten twee haasjes heel parmant,
en de één die blies de fluite-fluite-fluit
en d' ander sloeg de trommel.
Toen kwam opeens een jager-jager-man
en die heeft er een geschoten
en dat heeft naar men denken denken kan,
de ander zeer verdroten.